In de jaren 50 stond de gevangenis van Pont-l’Evêque bekend als ‘De Gelukkige Gevangenis’. Destijds was het een legendarische instelling geworden, waarvan de bewakers aardig gevonden wilden worden, in plaats van gevreesd. De gevangenen mochten vrij bellen, zelf hun geld beheren, bezoek ontvangen van hun partners, feesten organiseren, op verlof en zichzelf certificaten van goed gedrag toekennen.
Moord in Pont-l'Évêque
In de jaren 50 stond de gevangenis van Pont-l’Evêque bekend als ‘De Gelukkige Gevangenis’. Destijds was het een legendarische instelling geworden, waarvan de bewakers aardig gevonden wilden worden, in plaats van gevreesd. De gevangenen mochten vrij bellen, zelf hun geld beheren, bezoek ontvangen van hun vriendinnen of echtgenotes, feesten organiseren, dag- of nachtverlof nemen en zichzelf certificaten van goed gedrag toekennen. Om die modelgevangenis te herdenken, organiseert gendarmerie luitenant Julien Roussel, voorzitter van de vereniging ‘Gelukkige Gevangenis’, een receptie in de verlaten gevangenis om uitwisselingen tussen het publiek, voormalige gevangenen en gevangenispersoneel aan te moedigen. Alle gasten dragen kostuums uit de jaren 50, ter nagedachtenis aan de tijd dat de gevangenis een vriendelijke, feestelijke plek was. Het feest bereikt zijn hoogtepunt wanneer een man in een oud gevangenisuniform opgehangen in de crypte wordt gevonden. Het slachtoffer is niemand minder dan rechter Daniel, de 68-jarige erfgenaam van een vooraanstaande familie uit Pont-l’Evêque… Twee broers die ogenschijnlijk niets met elkaar gemeen hebben, onderzoeken de zaak.