De tamelijk gefrustreerde, eenzame en immer lijdzame vrouw van een dominee krijgt een klein ongelukje bij het schoonmaken van een beeld van de Maagd Maria met als gevolg dat ze bij gebrek aan een betere term "bezeten" denkt te zijn en een eigen leven begint te leiden, met vreemde en grappige gevolgen.
Gevangen in een wereld van huiselijkheid en dienstbaarheid, staat de immer lijdzame domineesvrouw Valerie (55) al haar hele leven in dienst van anderen. Verloren en eenzaam doet ze bij een kerkbeeld stilletjes een beroep op de Maagd Maria, die haar gebeden beantwoordt in de vorm van een vreemde kracht. Ervan overtuigd dat ze bezeten is, vecht Valerie wanhopig tegen zichzelf, totdat ze zich realiseert dat aardig voor jezelf zijn ook wel voordelen heeft.